De lijdensweg naar Bantheville

De Texaan Scott Murphey kwam naar Frankrijk om dezelfde weg af te leggen die voor zijn grootvader in de Eerste Wereldoorlog een ware martelgang was geweest.
‘Ik probeerde me voor te stellen wat hij had meegemaakt. Toen hij daar liep lagen de lijken in de greppels.’

door Cor Speksnijder

Edgar Womack

Edgar Womack

Op een natte dag in november baant Edgar Womack, een 22-jarige leerling-kleermaker uit Texas, zich moeizaam een weg langs een eindeloze stoet militairen, vrachtwagens en paarden die in tegengestelde richting naar het front in Noord-Frankrijk trekt. Voor zijn door dysenterie verzwakte lichaam is elke meter een kwelling. Als hij niet verder kan gaat hij langs de weg liggen, soms verliest hij het bewustzijn. Het kost hem een volle dag om de krap drie kilometer van het gehucht Aincreville naar de Amerikaanse hulppost in Bantheville af leggen. De langste dag van zijn leven.

Womack komt in 1918 naar Europa. Hij is een van de twee medische verzorgers die zijn ingedeeld bij Compagnie D van het 359ste Infanterie Regiment, behorend tot de 90ste Infanterie Divisie. De 90ste Divisie - ook bekend als de Alamo Divisie - maakt deel uit van de enorme Amerikaanse troepenmacht die de Duitse troepen aan het westelijk front terugdringt. De twee hospikken richten tijdelijke hulpposten in, verbinden wonden, spalken verbrijzelde ledematen, identificeren gewonden en tellen de doden.

De 90ste Infanterie Divisie aan het werk

In de vroege ochtend van 1 november begint een Amerikaanse aanval op Duitse stellingen in de omgeving van Bantheville. Onder de infanteristen zijn 150 man uit Compagnie D, die vooral bestaat uit Texaanse boerenzonen. Onder dekking van het 345ste Mitrailleur Bataljon, dat meer dan twee miljoen kogels over hun hoofden afvuurt, rukken ze in het golvende landschap op naar Villers-devant-Dun. Het offensief is een succes - de Amerikanen komen die dag verder dan ze hadden gepland.

i303.jpg

Tijdens de opmars verleent Womack eerste hulp in bomkraters, ‘s avonds helpt hij bij het inrichten van een medische post in een huis achter de kerk van Aincreville. Daar worden gewonden verzorgd totdat ze per ambulance naar een ziekenhuis kunnen worden gebracht. Een ruimte die wordt gebruikt als mortuarium ligt al snel vol. Aan Amerikaanse zijde vallen die dag meer dan 750 doden. Het is een van de bloedigste dagen van het Maas-Argonne offensief, de bloedigste militaire operatie in de geschiedenis van de Verenigde Staten.

Amerikaanse soldaat in de verwoeste kerk van Aincreville

Amerikaanse soldaat in de verwoeste kerk van Aincreville

Aincreville noordwaarts gezien. Still uit een filmopname uit 1918. Links op de foto een verkeersopstopping op de weg Aincreville - Villers devant Dun

Aincreville noordwaarts gezien. Still uit een filmopname uit 1918. Links op de foto een verkeersopstopping op de weg Aincreville - Villers devant Dun

Dezelfde still tot kleur bewerkt door Scott Murphey

Dezelfde still tot kleur bewerkt door Scott Murphey

Womack wordt ziek. Hij heeft amoebendysenterie opgelopen door het eten van vlees van dode paarden. Er is niet altijd voldoende voedsel voor de manschappen. Hij is er zo slecht aan toe dat hij niet mee kan met de oprukkende legermacht en opdracht krijgt naar de ambulancepost in Bantheville te gaan. Te voet. In de ochtend van 3 november begint hij aan de slopende tocht die ruim tien uur zal duren en het einde van zijn rol in de Eerste Wereldoorlog betekent.
Vanuit Bantheville wordt hij overgebracht naar een militair ziekenhuis in Nantes, vanwaar hij wordt gerepatrieerd.

Scott Murphey in de voetsporen van zijn grootvader

Scott Murphey in de voetsporen van zijn grootvader

Precies honderd jaar later, op 3 november 2018, loopt Womack’s kleinzoon Scott Murphey over dezelfde weg van Aincreville naar Bantheville. Als eerbetoon heeft hij de helm bij zich die zijn grootvader een eeuw eerder droeg. Hij plaatst Texaanse vlaggetjes langs de route. Wat voor de jonge Womack een ellenlange lijdensweg was blijkt voor Scott een rustige wandeling van een half uur. Juist dat tijdsverschil maakt het invoelbaar welke beproevingen zijn grootvader heeft doorstaan. ‘Ik probeerde te begrijpen wat hij had meegemaakt’, zegt Murphy in een videogesprek. ‘De militaire colonne vulde de weg. Toen hij daar liep lagen de lijken in de greppels.’

De weg van Scott Murphey van Aincreville naar Bantheville. Onderaan Romagne en de Meuse-Argonne Americain Cemetry

De weg van Scott Murphey van Aincreville naar Bantheville. Onderaan Romagne en de Meuse-Argonne Americain Cemetry

Montsec Americain Monument in de Saint Mihiel salient  foto © Diederik van Vleuten

Montsec Americain Monument in de Saint Mihiel salient foto © Diederik van Vleuten

Hoornblazer

Edgar Womack wil geen soldaat worden. Als hij wordt opgeroepen voor militaire dienst probeert hij er onderuit te komen. Hij zegt dat hij een hernia heeft en voor zijn vader moet zorgen, maar dat maakt weinig indruk. Hij wordt ingedeeld bij Compagnie D, aanvankelijk als hoornblazer, uiteindelijk als verpleeghulp.
Na een korte opleiding in Engeland gaat hij naar het front in Frankrijk. In september 1918 wordt hij ingezet in bij Saint Mihiel, ten zuiden van Verdun. Na een korte maar hevige veldslag trekt zijn eenheid naar het noorden, richting Romagne, waar het Maas-Argonneoffensief aan de gang is. Drie ellendige dagen neemt hij deel aan deze massale Amerikaanse operatie. In juni 1919 keert hij met 60 dollar van het leger op zak terug naar zijn woonplaats Corsicana, Texas. Met zijn broer begint hij een bedrijf voor herenkleding, Womack Brothers.

Als Womack in 1920 trouwt met een dochter van de sheriff is een kameraad uit de oorlog zijn getuige. ‘Edgar redde het leven van Curtis Cunningham, een korporaal die door gifgas was getroffen bij Saint Mihiel’, vertelt Murphey. ‘Dat schiep een band voor het leven.’

Montsec Americain Monument in de Saint Mihiel salient  foto © Diederik van Vleuten

Montsec Americain Monument in de Saint Mihiel salient foto © Diederik van Vleuten

De in de oorlog opgelopen dysenterie heeft langdurige gevolgen voor Womacks gezondheid. Hij kan maar weinig voedsel verdragen - jarenlang moet er speciaal voor hem worden gekookt. Over zijn oorlogservaringen spreekt hij zelden. Alleen als de jonge Murphey zijn opa ‘s zomers helpt in diens boomgaard en samen met hem peren verkoopt langs de weg, komen de verhalen.
Murphey: ‘Hij vertelde dat de gewonden op het slagveld bij Saint Mihiel de hele dag lagen te kermen. Pas in het donker konden ze worden teruggesleept naar de loopgraven en worden verzorgd. Hij herinnerde zich hoe soldaten om hun moeder riepen en in zijn armen stierven. Toen hij dit vertelde, vijftig jaar na de oorlog, barstte hij in tranen uit. Hij hield me altijd voor dat er niets glorieus is aan oorlog.’

Viering van de wapenstilstand in 1918. Parade in Corsicana, Texas

Viering van de wapenstilstand in 1918. Parade in Corsicana, Texas

Na de oorlog: Ku Klux Klan

Murphey koestert de herinnering aan zijn grootvader, die in 1975 overlijdt. Diens helm heeft een ereplaats in zijn woonkamer. Net als de grote glimmende kassa, die ooit in de winkel van Womack Brothers stond. Het apparaat staat symbool voor de tweede strijd die zijn grootvader moet leveren: het weerstaan van de Ku Klux Klan, een racistische organisatie die na de oorlog in het zuiden van de VS aan invloed wint.

Klu Kux Klan in Waco, een kleine honderd kilometer ten zuidwesten van Corsicana, Texas. Anno 1924

Klu Kux Klan in Waco, een kleine honderd kilometer ten zuidwesten van Corsicana, Texas. Anno 1924

Omdat Edgar weigert toe te treden zorgt de plaatselijke bankier, een activist van de KKK, ervoor dat Womack Brothers ten onder gaat en Edgar al zijn bezittingen kwijt raakt. Hij houdt alleen de kassa over, die hij later gebruikt bij de verkoop van peren. Murphey: ‘Deze voorwerpen herinneren me aan een opmerkelijke man die aan de oorlog deelnam om levens te redden. En die na terugkeer strijd moest leveren om mensen te respecteren. Beide gevechten drukten een stempel op zijn leven en hebben ook mij beïnvloed.’

Een familiegeschiedenis tastbaar bewaard. De helm van Edgar Womack en de kassa uit de Womack store.

Een familiegeschiedenis tastbaar bewaard. De helm van Edgar Womack en de kassa uit de Womack store.

Scott Murphey (62) werkt als architect-historicus bij de Amerikaanse strijdkrachten. Tweemaal bezoekt hij de voormalige slagvelden rond Romagne, in 2018 en 2019. Het valt hem op dat er in honderd jaar weinig is veranderd. De weg van Aincreville naar Bantheville ligt er nog net zo bij als op oude foto’s. De huizen, al of niet na verwoesting herbouwd, staan op dezelfde plekken. In Aincreville belt hij aan bij het huis achter de kerk waar zijn grootvader een hulppost had ingericht. Hij geeft de verbaasde bewoners fruitcake uit Corsicana.

Edgar Womack en zijn kleinzoon Scott Murphey

Edgar Womack en zijn kleinzoon Scott Murphey

Murphey is vol waardering voor de verzameling die Jean-Paul de Vries heeft samengebracht in zijn museum in Romagne. ‘Eén helm betekent iets voor mij omdat hij van mijn opa was. Pas als je de enorme hoeveelheid helmen ziet die Jan-Paul heeft verzameld, krijg je een idee van de omvang van wat zich hier heeft afgespeeld. Dat alle objecten afkomstig zijn uit de directe omgeving geeft de collectie extra waarde. Het museum bewaart de voorwerpen in hun context - als historicus zeg ik altijd dat je context nodig hebt om de geschiedenis te begrijpen. Als Romagne 14-18 in Parijs zou staan, zou het museum lang niet zo veel betekenis hebben. Het museum toont niet alleen militaire geschiedenis, het toont vooral menselijke geschiedenis. Het verbindt ons met de soldaten, de talloze Edgar Womacks aan beide zijden van het front, die leefden en stierven op het land rond Romagne en vorm gaven aan de wereld waarin wij leven.’

Jeugdige bezoeker van Museum Romagne 14-18 met Amerikaanse helm    foto © Diederik van Vleuten

Jeugdige bezoeker van Museum Romagne 14-18 met Amerikaanse helm foto © Diederik van Vleuten

Previous
Previous

De Uitgestalde Oorlog - 02

Next
Next

De Uitgestalde Oorlog - 01